Huishoudelijk reglement

Download Huishoudelijk reglement

Artikel 1. Vestiging

  1. Stichting de Kapberg, gevestigd te Hengelo (Overijssel), is eigenaar van twee aangrenzende percelen met een gezamenlijke oppervlakte van 17.088 m2 en de op deze percelen aanwezige opstallen.
     

    Perceel Kadastrale aanduiding Perceel oppervlakte (m2) Locatie
    1 Hengelo Overijssel U 1075 2135 Dijksweg 69, 7556 KA, Hengelo
    2 Hengelo Overijssel Q 1156 14953 Zonder adres

    Zie de bijlage “Kadastrale informatie” voor plattegronden en overige informatie over deze percelen.

  2. Veranderingen in of aan het gebouw kunnen alleen plaatsvinden na goedkeuring door het bestuur van de stichting.
  3. Het clubgebouw alsmede de manege kan met toestemming van het bestuur ter beschikking worden gesteld aan derden, mits geen overlast wordt aangedaan aan de rijdieren en de omwonenden. Een vergoeding voor het gebruik wordt door het bestuur geregeld. De overige richtlijnen voor huurders zijn beschreven in een convenant dat op aanvraag beschikbaar is bij Stichting de Kapberg.

Artikel 2. Instructieteam

  1. De stichting heeft ter uitvoering van haar doelstelling de medewerking nodig van een begeleidend team volgens de normen van de “Federatie Paardrijden Gehandicapten”.
  2. Onder verantwoordelijkheid van het bestuur zijn de organisatie, de regie en de uitvoering van het rijprogramma gedelegeerd aan het instructieteam.
  3. Het instructieteam adviseert het bestuur hoeveel en welke ruiters tot de lessen worden toegelaten, alsmede de tijden waarop gereden wordt, in principe conform de wachtlijst.
  4. Het instructieteam wordt tijdens de lessen bijgestaan door een begeleidend team bestaande uit vrijwilligers.
  5. Er is op geen enkele manier sprake van een hiërarchische verhouding tussen het instructieteam en het bestuur.

Artikel 3. De stichting en het beheer

  1. Het bestuur van de stichting draagt er zorg voor dat de eigendommen van de stichting alsmede eventuele van derden gehuurde of in bruikleen ontvangen goederen in goede en hygiënische staat blijven verkeren. De nodige werkzaamheden worden bij voorkeur in eigen beheer uitgevoerd.
  2. De stichting zal verkregen middelen aanwenden ter bestrijding van de kosten, voortvloeiend uit de verwezenlijking van haar doelstelling.
  3. De geldelijke middelen worden beheerd door de penningmeester, die verantwoording verschuldigd is aan het bestuur.
  4. Jaarlijks wordt er een begroting opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur voorafgaande aan het nieuwe boekjaar. Bij uitgaven die niet in de begroting zijn opgenomen boven de € 100,- is voorafgaande goedkeuring vereist van de verantwoordelijke binnen het bestuur, de secretaris en de voorzitter.
  5. De voorzitter en de secretaris tekenen alle van het bestuur uitgaande stukken.
  6. Bij overboekingen tussen de diverse bankrekeningen van de stichting boven € 10.000,- is voorafgaande goedkeuring vereist van de secretaris of de voorzitter.
  7. Bij besluitvorming met betrekking tot verplichtingen die de stichting aangaat boven € 15.000,- moet tenminste twee derde van de bestuursleden in de vergadering aanwezig zijn, van wie twee derde moet instemmen met het voorstel.
  8. Indien het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig is zal de voorzitter na een termijn van zeven dagen en maximaal tien dagen opnieuw een bestuursvergadering bijeenroepen onder vermelding van dezelfde punten van bespreking als in de voorafgaande vergadering. Deze vergadering is, ongeacht het dan aanwezige aantal bestuursleden bevoegd tot het nemen van besluiten over de schriftelijk medegedeelde punten van bespreking
  9. Gemaakte onkosten ten behoeve van de stichting kunnen worden gedeclareerd en mits begroot worden vergoed.
  10. Het lesgeld per ruiter wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Het bestuur bepaalt dit op een vast bedrag per kalendermaand.
  11. Indien meerdere ruiters uit één gezin deelnemen aan het rijden, kan een reductie worden toegepast. De penningmeester kan op aanvraag deze reductie verlenen. Hij is dan, met uitzondering ten opzichte van de leden van het bestuur en de kascontrole-commissie, tot geheimhouding verplicht.

Artikel 4. Het bestuur

  1. Volgens artikel 4 van de statuten bestaat het bestuur uit tenminste vijf leden.
    Tot bestuursleden kunnen alleen die personen worden gekozen die daadwerkelijk betrokken willen zijn bij het doel van de stichting en het beheer van de middelen.
  2. In het bestuur zijn de ouders/verzorgers van de ruiters vertegenwoordigd met tenminste twee personen.
  3. Verder wordt in het bestuur één persoon gekozen, die daadwerkelijk betrokken wil zijn bij het doel van de stichting doch niet valt onder de in dit artikel, punt b) bedoelde personen.
  4. Eventuele overige bestuursleden kunnen vrijelijk gekozen worden uit de personen die onder dit artikel, punten b) en c) vallen.
  5. Besluiten door het bestuur zijn genomen worden door de secretaris, of een vervangend bestuurslid als notulist, in de notulen vastgelegd. Niet vastgelegde besluiten mogen niet worden uitgevoerd.

Artikel 5. Vergadering

  1. Het bestuur beslist jaarlijks of er een jaarvergadering gehouden wordt.

Artikel 6. Borgingscommisie (Raad van Toezicht)

  1. Het bestuur heeft twee personen te benoemd als leden van een borgingscommissie zoals bedoeld in artikel 11 van de statuten.
  2. De borgingscommissie maakt geen deel uit van het bestuur, maar heeft tot taak als onafhankelijke commissie te bewaken dat het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in overeenstemming zijn met doelstellingen en uitgangspunten van de Stichting.
  3. De borgingscommissie bepaalt zelf de wijze waarop de toetsing gebeurt en legt dat zo nodig vast in een reglement.
  4. De borgingscommissie kan gevraagd en ongevraagd advies verstrekken aan het bestuur.
  5. De borgingscommissie ontvangt de agenda en de notulen van de bestuursvergaderingen. Het bestuur nodigt de commissie jaarlijks ten minste 2 keer uit om een bestuursvergadering bij te wonen. Als de commissie dat wenselijk vindt, kan zij het bestuur vragen voor een (deel van de) bestuursvergadering te worden uitgenodigd.
  6. De borgingscommissie wordt ook Raad van Toezicht genoemd.

Artikel 7. Vergoedingen

  1. Kostenvergoedingen, zover niet vallende onder artikel 3, punten d), g) en i) van dit reglement worden alleen gegeven na voorafgaand overleg met één van de leden van het dagelijks bestuur.
  2. Omtrent de hoogte van deze vergoeding beslist het bestuur.
  3. Bestuursleden doen hun werk zonder geldelijke vergoeding.

Artikel 8. Gratificatie van jubilarissen

  1. Een vrijwilliger (waaronder ook een bestuurslid of een lid van het instructieteam ) die voor de Stichting werkzaamheden verricht, krijgt na elke 5 opeenvolgende jaren dat hij/zij onafgebroken vrijwilliger was een gratificatie ter waarde van € 25,=
  2. Bij het afscheid ontvangt een vrijwilliger een gratificatie ter waarde van € 15,= en een beker met een opschrift.
  3. Een ruiter die gedurende 10 opeenvolgende jaren heeft gereden bij de Kapberg ontvangt een ingelijste foto van hem/haar op een paard. Na elke daaropvolgende vijf jaren ontvangt de ruiter een attentie ter waarde van ongeveer € 10,=

Artikel 9. Boekjaar en de boekhouding

  1. Aan het einde van het kalenderjaar, doch vóór 1 juni van het jaar daaropvolgend, zal een kascommissie bestaande uit twee personen, een kascontrole uitvoeren.
  2. De leden van de kascommissie kunnen worden benoemd uit de ouders en wettelijke vertegenwoordigers en vrijwilligers van Stichting de Kapberg doch geen bestuursleden vanuit het betreffende kalenderjaar.

Artikel 10. Verhouding tot anderen

  1. Stichting de Kapberg is lid van de landelijke “Federatie Paardrijden Gehandicapten” F.P.G.
  2. Stichting de Kapberg is lid van de “Vereniging Paardrijden Gehandicapten Oost” V.P.G.O.

Artikel 11 Wettelijke Aansprakelijkheid

  1. De stichting kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal en voor ongelukken tijdens uitvoering van de rijlessen en andere activiteiten op of buiten haar terrein.

Artikel 12. Alcoholgebruik

  1. Vanwege de Stichting wordt op het terrein van de Stichting geen alcohol verstrekt, gratis noch tegen betaling. Het bestuur kan bepalen dat op bijzondere dagen of bij festiviteiten van deze regel mag worden afgeweken.
  2. Het met mate nuttigen van zelf meegebrachte bier of wijn op het terrein van de Stichting is toegestaan, mits de persoon 18 jaar of ouder is.
  3. Het nuttigen van sterke alcoholische drank anders dan bier of wijn op het terrein van de Stichting is niet toegestaan.

Artikel 13. Huishoudelijk reglement

  1. Invoering en wijziging van het huishoudelijk reglement geschiedt volgens artikel 10 van de statuten. Het huishoudelijk reglement staat gepubliceerd op de website van de stichting. Daarnaast ligt een exemplaar ter inzage bij Stichting de Kapberg.
  2. Bij het opheffen van de stichting vervalt het huishoudelijk reglement.
  3. Voor de gevallen, waarin noch de statuten, noch het huishoudelijk reglement voorzien, geldt artikel 14 van de statuten. Men zal dan te allen tijde contact op moeten nemen met het dagelijks bestuur van Stichting de Kapberg.

Bijlage “Kadastrale informatie”

Perceel Hengelo U 1075

Perceel Hengelo Q 1156